mogelijke maatregelen
Deel 2

(terug naar mogelijke maatregelen deel 1)


Belastingontduiking

Belastingontduiking is het illegale broertje van belastingontwijking. Daarnaast heb je nog een heel scala aan kapitaal van nog meer twijfelachtige herkomst. Illegaal verkregen kapitaal beweegt maar al te makkelijk mee in het kielzog van al die vrije kapitaalstromen.
Erachter schuilt een wereld van ellende: ’s werelds grootste dieven hebben extra voordeel gekregen van het feit dat kapitaal zo makkelijk over grenzen is gaan bewegen. Ze zijn daarmee moeilijker te traceren geworden en kunnen makkelijker de overstap van onderwereld naar legale bovenwereld maken door al die mogelijkheden tot aanschaf van financiële activa. Of het nu Zwitserse kluizen zijn, bankrekeningen in Panama of in Dubai: er zijn vele plekken waar vermogens niet openbaar geregistreerd worden. Het probleem is met name groot voor landen met weinig democratische controle. Piketty komt bijvoorbeeld met de schatting dat 30% van het kapitaal in belastingparadijzen afkomstig is uit Afrika. Inwoners uit deze landen hebben nauwelijks mogelijkheden om te achterhalen waar al dat doorgesluisde geld gebleven is.  

Financiële activa in belastingparadijzen

Schatting van het percentage aan financiële activa van regio's dat in belastingparadijzen ondergebracht is.
Vastgoed zit hier niet bij. Volgens Piketty zijn het zelfs minimumschattingen.

Het zou veel helpen als het eigenaarschap van vermogens in enigerlei vorm openbaar geregistreerd zou zijn. (Praktisch: vanaf een bepaalde omvang, bijvoorbeeld een miljoen dollar) Niet zoals nu; pas wanneer er een (internationaal) justitieel onderzoek ingediend kan worden.
Openbaarheid van informatie is een fundamentele stap. Het zet de deur open voor allerlei vormen van het registreren van de herkomst van kapitaal. Het wordt zo niet alleen een stuk makkelijker om te verhinderen dat criminelen de panden in de binnenstad opkopen, maar je creëert ook nieuwe mogelijkheden voor beleid: waar komt kapitaal vandaan? Men kan dan een soort garanties van herkomst van kapitaal eisen bij het verwerven van bepaalde goederen, zoals vastgoed of cultuurschatten. Het belangrijkste motief lijkt mij echter om al die beroofde inwoners van tal van landen het beduidend makkelijker te maken om gestolen kapitaal terug te vorderen.

Dubai skyline: geen belasting

Skyline van Dubai, stad in de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) (foto: wikimedia)
In de VAE wordt geen belasting over inkomen geheven.


Progressieve vermogensbelasting

In het voorgaande ging het over het verschuiven van belastingstromen op inkomen, het transparanter maken van de werkelijk betaalde belastingen (inclusief belastingvoordelen) en de registratie van vermogensbezit. Dit zijn allemaal nog tamelijk neutrale maatregelen waarvoor vermoedelijk een groot draagvlak is. De rijkste 1% zal dan zeker meer belasting betalen, maar moord en brand zal er toch niet geschreeuwd worden. (Wel door allerhande criminelen, maar wie kan daar op tegen zijn?) Zodra je het gaat hebben over het belasten van vermogen als zodanig, is het een andere zaak.
Particulier bezit is zo’n beetje de hoeksteen van onze samenleving. Piketty laat zien hoezeer de vrees voor verlies van bezit een discussie over het beperken van dit principe in de weg zit. Bij de Franse Revolutie brandde men zich hier de vingers al niet aan (zie artikel over Frankrijk 1750-1914). De Russische revolutie gold de hele 20e eeuw dan nog eens als schrikbeeld.
Zodra het echter om het belasten van vermogen na overlijden ging, had men er uiteindelijk minder problemen mee. Successierechten kenden in de 20e eeuw een breed draagvlak en werden na de beide wereldoorlogen telkens gestaag verhoogd. In de VS en Engeland hanteerde men met 70-80% zelfs de hoogste tarieven (zie figuur 10.12 in Europa en de VS in de 20e eeuw). De laatste decennia zijn deze tarieven bijna gehalveerd.

Death Tax en successierechten

Verkiezingsposter van de Conservatieve Partij in Engeland uit 2010, die na hun overwinning het hoogste tarief terugbrachten van 50 naar 45%
(Overgewaaid uit de VS: lobbygroepen spraken opeens van de 'death tax'
om te suggereren dat de overheid je zelfs na je dood nog achtervolgde met belastingen. )


Piketty pleit voor het (hernieuwd) invoeren van dergelijke hoge percentages voor de hoogste vermogens. Pas vanaf een miljoen euro eigen vermogen denkt Piketty aan 50%, miljardairs mogen nog altijd 10% houden. Piketty vind zelfs dat er slechts 10% geheven hoeft te worden over een nalatenschap van 2 ton. (In Nederland betalen we meer. )
Persoonlijk vind ik successierechten getuigen van een gezond principe: na je dood schenk je (een fors deel van) je vermogen weer terug aan de gemeenschap. Bij Piketty's pragmatische houding sluit ik me van harte aan: lagere tarieven dan nu onderin en boven de miljoen stapsgewijs beduidend hoger.

Een andere geaccepteerde vorm van vermogensbelasting betreft die op onroerend goed, in Nederland een belangrijk onderdeel van de gemeentelijke belastinginkomsten. Deze onroerendezaakbelasting (OZB) is proportioneel met een laag percentage. (In de gemeente Amsterdam 0,04%) Het ligt voor de hand om hier een progressief stelsel in te voeren. Concreet: dit zou betekenen dat iemand die 30 panden in Amsterdam bezit, hierover meer belasting betaalt dan als de 30 panden ieder een individuele eigenaar hadden.

Juist wanneer je in vermogensverdeling vanaf de bovenste 1% naar de samenstelling van vermogens gaat kijken, bestaat dit grotendeels uit financiële activa (zie figuur 11.17 in artikel deel 2 over periode na 1980). Voor de bovenste 0,1% in frankrijk is dit 85% van het vermogen. Nu betalen de bovenste 1% al relatief weinig belasting omdat men relatief weinig besteedt, relatief weinig belasting over inkomen omdat arbeid zwaarder belast wordt dan winst, huur en rente want bij hen een veel grotere bron van inkomsten vormt, en de toch al lage belastingen op onroerend goed zullen zelfs bij een forse verhoging voor hen toch weinig uitmaken. (Nog afgezien van al die handige fiscale constructies zoals belastingparadijzen. ) Het progressief belasten van financiële activa betekent dan ook bij uitstek het belasten van de allerrijksten in de samenleving.

Voorbeeld Piketty vermogensbelasting

Voorbeeldberekening van Piketty van het belasten van vermogen,
gebaseerd op het gemiddelde vermogen van een land (uit tabel 17.1).


Piketty schetst zelf een voorbeeld in bovenstaande tabel. Hij berekent hier hoe een dergelijke belasting als financieringsgrondslag kan dienen om iedere jongere een startkapitaal te bieden. Hij heeft het extreem progressief opgezet. Iemand die in Nederland een ton spaargeld heeft, betaalt dan zo'n 100 euro per jaar. Vanaf de 4 ton betaalt men 1% per jaar. Voor miljardairs geldt een ander verhaal. Piketty heeft berekend dat daar een tarief van minimaal 5% per jaar nodig is om überhaupt de toename van concentratie van vermogen bij deze groep te stoppen. Bedenk hierbij dat de miljardairscategorie hun vermogens heeft zien toenemen met zo’n 6% per jaar vanaf de periode 1980-1990, terwijl in die tijd wereldwijd het vermogen met 2% per jaar toenam. De vraag is vervolgens wat je als samenleving wenselijk vindt als het om miljardairs gaat. Piketty stelt forse tarieven voor tot 90% boven de 2 miljard.
Persoonlijk vind ik dergelijke hoge tarieven alleen in noodsituaties het overwegen waard, zoals men in Frankrijk, Japan en Duitsland in de periode na de Tweede Wereldoorlog heeft gedaan. Al te hoge tarieven voorstellen binnen de huidige context dreigt dan weer nodeloze discussies op te roepen en af te leiden van het eigenlijke principe: net als het zwaarder belasten van iemand die 30 panden in bezit heeft, kun je prima grote financiële vermogens zwaarder belasten.  

Prins Bernhard Junior

Prins Bernhard Junior is een bekende particuliere huizenbezitter: 590 adressen, waarvan 349 in Amsterdam. (foto uit 2016: wikimedia)
Voor een fraai overzicht van de Amsterdamse woningmagnaten: klik hier.
De grootste huizenbezitter van Nederland is Aat van Herk met 6000 woningen: zie de landelijke top 300.


Met gematigde tarieven kom je toch al heel ver. Als in elk geval de situatie maar beëindigd wordt dat de rijksten minder belasting betalen dan een gewone hardwerkende burger. Desalniettemin is enige vorm van het belasten van financiële activa essentieel. Ook een bijzonder laag tarief zal namelijk zeker een positief effect hebben. Het grote voordeel is dat door het invoeren van een dergelijke belasting vermogens structureel geregistreerd worden. Tegenwoordig moeten we het nog steeds hebben van de ruwe schattingen van Forbes en de Quote 500. Dat is dan grotendeels verleden tijd. De samenleving wordt transparanter.
Kapitaal wordt makkelijker traceerbaar en stroomt niet meer massaal via ondoorzichtige constructies over de planeet op zoek naar het laagst belastbare punt.

Internationaal

Tot zover een overzicht van mogelijke maatregelen. Ze betekenen een verschuiving van de vermogensverhoudingen door het consequenter invoeren van progressiviteit in een breder belastingstelsel.
De verhouding tussen rijke en arme landen kwam daarbij nauwelijks aan de orde. Op internationaal niveau liggen de verhoudingen vanzelfsprekend anders. De bovenste 10-20% in de westerse landen is immers op wereldniveau de bovenste 1% en de 50% minst vermogenden leven over het algemeen niet in het Westen. De voorgestelde denkrichting kan echter al veel betekenen voor de onderste 50% wereldwijd. Uiteindelijk gaat het immers toch om een structurele verschuiving.
In landen als Brazilië en Zuid-Afrika is de 1%-elite nóg vermogender dan de rest van de bevolking (zie figuur 0.4 in introductie Piketty). Onze eigen aandelen en obligaties hebben grote delen van deze economieën in handen. Hierboven repte ik reeds van het introduceren van het principe dat bedrijven belasting moeten betalen in gebieden waar de winst wordt behaald. Logischerwijs zou toepassing van dit principe ook vergelijkbare consequenties hebben zodra bezit van financiële activa belastbaar wordt. Hetzelfde geldt voor al het kapitaal dat de elite van veel arme landen al dan niet legaal in Europa en Noord-Amerika geïnvesteerd heeft.

Sloppenwijk Manilla

Niet iedereen bezit vastgoed: naar schatting leeft 1 op de 6 mensen wereldwijd in een sloppenwijk.
(foto: 'Shanty' in Manilla, wikimedia)


Piketty zelf erkent dat we veel niet weten van de werking van vermogensbelasting omdat we er als samenleving domweg weinig ervaring meer hebben. Hier wil ik aan toevoegen dat we niet veel weten van de werking van vermogen überhaupt. Juist in de verhouding tussen 'Noord' en 'Zuid' mag je je dit afvragen.
Het is voor bewoners van arme landen namelijk driedubbelop: niet alleen hebben ze een elite die een nóg groter aandeel heeft in de vermogens van hun land dan het voor een bewoner van het rijke Noorden het geval is, deze elite sluist de opbrengsten ervan ook nog eens het land uit. Dit kapitaal gaat grotendeels naar de rijke landen die bovendien via hun multinationals en banken nóg eens grote delen van hun economie bezitten. Wij hebben hier zelf als bewoners van rijke landen via onze eigen vermogens een groter aandeel in dan we denken, maar hebben nauwelijks zicht op de concrete gevolgen.
Daar komt nog eens bij dat kapitaal vaak een lange werkingstijd heeft. Grond kan bijvoorbeeld eeuwenlang in handen van dezelfde familie blijven. Het is daarom bepaald geen rare gedachte om ook eens ten aanzien van kapitaal over het koloniale verleden na te denken. Net als bij het thema belastingontduiking zou een (inter)nationale conferentie over deze onderwerpen een logische stap zijn.

Resumerend: Het in gang van zetten van een omslag in ons denken en in ons beleid over het (progressief) belasten van kapitaal kan heel positieve uitwerkingen hebben voor de minst vermogende helft van de wereldbevolking. We bouwen daarmee aan een inclusieve wereldeconomie in de bredere zin van het woord.

Waar wachten we nog op? In elk geval niet op de VVD of het CDA. Bij andere partijen is beduidend meer in beweging. Zie hier een overzicht voor een aantal belangrijke belastingvoorstellen uit zeven partijprogramma's anno 2021.

Beleid is vaak iets van de langere adem, van denken naar doen kan ook sneller. In de tussentijd kunnen we immers altijd zelf nog een slag maken: je kunt je eigen kapitaal aan het werk zetten. Daartoe is het handig om eerst eens vast te stellen hoe vermogend je zelf eigenlijk bent: zie het volgende artikel.




Deel dit artikel: